Zegenend Jezuskindje

Dit zegenend Jezuskindje uit de 16e eeuw houdt een kleine wereldbol in de linkerhand, als een symbool voor het goddelijke koningschap over de wereld. Met zijn rechterhand maakt hij een zegengebaar, afgeleid van het Romeinse teken om te spreken. Dit blozende kindje is een mooi voorbeeld van een erg populair exportproduct uit de 16e eeuw: het Mechels popje.

Poupées de Malines

Dit zegenend Jezuskindje met wereldbol is een typisch voorbeeld van de zogenaamde Mechelse popjes of poupées de Malines. Deze beeldjes worden vanaf het midden van de 15e eeuw tot circa 1530 in grote hoeveelheden in Mechelen vervaardigd. Idealiter bestaan ze uit één stuk hout, meestal notelaar. De meeste zijn tussen 26 en 38 cm groot. De beeldjes zijn voorzien van polychromie en eventueel afgewerkt met bladgoud. De Mechelse popjes hebben een typisch rond gezicht en hoog voorhoofd. Ze stellen meestal heiligen voor.

Mechelse popjes werden vooral gebruikt voor privédevotie, in huiskapellen, cellen van geestelijken en begijnhoven. Begijnen fabriceerden allerlei kleertjes om de popjes aan te kleden, soms versierd met zilver of goudbrokaat. Met Kerstmis werd het Christusbeeldje op het altaar geplaatst in een versierde wieg met belletjes. Poupées de Malines werden ook verwerkt in besloten hofjes. Ze waren relatief goedkoop en bijzonder populair en werden ook geëxporteerd, vooral naar Spanje en Portugal. Naar het schijnt had Ferdinand Magellaan een Mechelse popje mee op zijn reis rond de wereld (1519-1521).

zegenend jezuskindje