Vriendennieuws
Benieuwd wat de vrienden van het museum allemaal doen? Hier vind je een overzicht van nieuws, activiteiten en bijdragen.
September 2024
Object in de kijker
'De verenigde Stad' in de Habsburgse jaren, uitgebeeld in ons museum
In het Hof van Busleyden krijgt zoals we weten vooral de tijd van de Bourgondiërs en de Habsburgs de volle aandacht. Het is tenslotte de zestiende eeuw, de vroege renaissance, waarin dit Hof tot stand kwam. Veel tentoonstellingen in ons museum hadden die tijd als onderwerp, en meestal stonden de twee vorstenhuizen die de lage landen regeerden erin centraal – recent nog met de expo over de Ridders van het Gulden Vlies. Maar het museum gooit zijn net wijder: het wil ook in kaart brengen hoe de gewone mens leefde in die tijden. En zo is er een aparte zaal gewijd aan de ambachten die in Mechelen werden uitgeoefend, met de wijken in de stad waar bijvoorbeeld de visverkopers of de huidenvetters hun stiel bedreven. Zij waren meestal in gilden georganiseerd en die gilden waren weer kleine microwerelden waarin je bijna je hele levensloop kon doorbrengen. Je nam het beroep van je vader over en gaf dat weer door aan je zoon in die nogal statische samenleving van standen en klassen.
In een andere zaal, die ‘De verenigde Stad’ werd genoemd, komt het verenigingsleven in de Bourgondische en Habsburgse jaren aan bod. Tussen de in de gilden georganiseerde ambachtslieden en de adel was er de gezeten burgerij, die haar vertier zocht in verenigingen zoals de schutterijen, de kerkelijke broederschappen en de rederijkerskamers. De rederijkers waren zeker ook rijk aan rede, maar het woord is een verbastering van de retoriek, die de rederijkers graag gebruikten.
Zij organiseerden om de zoveel jaren de zogenaamde landjuwelen. Dat waren voor de rederijkers wat de Olympische Spelen voor de sport zijn: een hoogtepunt waarop de rederijkerskamers uit de steden in onze lage landen bijeenkwamen. Met gedichten en toneelstukken wedijverden die kamers, soms weken lang, om de hoogste prijs. Beroemd was het maar liefst drie weken durende landjuweel dat in 1561 in Antwerpen werd gehouden, waarvan hierbij de rondgestuurde uitnodiging.
In Mechelen was de voornaamste kamer De Peoene, genoemd naar de pioenroos, die ook in haar blazoen (wapen) werd afgebeeld. De naam van deze Mechelse rederijkerskamer leeft overigens nog voort in het gelijknamige theater aan de Tessestraat.
En nu dan het object in de zaal De verenigde Stad dat we nader willen bekijken:
Tussen de landjuwelen door organiseerden de rederijkerskamers mini-juwelen. Zo hield De Peoene in 1620 een blazoenfeest waarbij ingewikkelde gedichten werden voorgedragen. Ditmaal ging het om het dichterlijk oplossen van rebussen. Ter voorbereiding waren de deelnemende kamers uitgenodigd, een zogenaamd rebusblazoen in te sturen. Zo stuurde de Antwerpse kamer De violieren een rebus in die is afgebeeld op een spectaculair ruitvormig bord dat de aandacht trekt in deze zaal.
Op dit bord staan figuren afgebeeld die de dichterlijke inspiratie moesten voeden. Zo zien we op de bovenste een bliksemende Jupiter en Minerva met lans, schild en de uil van de wijsheid. Eronder prijken het gevleugelde paard Pegasus en Vrouwe Justitia, met weer een regel verder de schilder Apelles die een jong gezin probeert vast te leggen. Tenslotte zien we er een geestelijke (?) die poppenkast speelt naast een engel die een moeder met talrijk kroost (symbool van de vruchtbaarheid) toespreekt.
De oplossing in dichtvorm van de rebus was als volgt:
Iupiter hemel-voorst, wilt ons duer Pallas stieren
Voor Pegasus fonteyn: stelt Reden int lammoen
Apelles kinders bly, commen met violieren
Bruer-lijck tooghen haer jonst, ter liefde die Pioen.
Een huldeblijk voor de Mechelse kamer, dat men ook in die tijd graag uit de mond van Antwerpenaars gehoord zal hebben….
Het bord geeft ook aan dat de antieken een bron van inspiratie waren voor de rederijkers. Van De Peoene zelf is in de zaal niets te vinden…
In de zaal ‘De verenigde Stad’ zijn wél ook voorwerpen van de gilden en de broederschappen te zien. Dit alles geeft een beeld van hoe onze voorouders hun bestaan opsierden in een tijd waarin de mensen veelal zelf voor hun vertier moesten zorgen.
Rogier Chorus
Een portret van "ons Margriet"
Een doorn in het oog van degenen die zich inzetten voor de rijke collectie van het Hof van Busleyden was het gemis van een eigentijds portret van Margareta van Oostenrijk. De geschiedenis van Mechelen is immers nauw met haar leven verbonden. Als kind kwam ze, na de plotselinge dood van haar moeder, in 1482 naar Mechelen om aan het hof van haar stief-grootmoeder Margareta van York (1446-1503) opgevoed te worden. Lang zou ze hier evenwel tijdens haar eerste verblijf in Mechelen niet wonen want al in 1483 werd ze, drie jaar oud, officieel verloofd met de bijna tien jaar oudere Franse kroonprins, de latere koning Charles VIII (1470-1498). Als toekomstige koningin moest Margareta natuurlijk in Frankrijk de taal en de cultuur van het land leren kennen en om die reden verhuisde ze naar het hof van Amboise, een van de residenties van de Franse koningen. Toen Karel echter eind 1491 de voorkeur gaf aan Anne van Bretagne (1477-1514) en daarom de verloving met Margareta verbrak, zat er niets anders op voor Margareta om terug te keren naar de Nederlanden.
Het duurde evenwel nog tot juni 1493 vooraleer Margareta weer in Mechelen terug was. Daarvoor was namelijk een verdrag nodig tussen haar vader, Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1519), en Karel VIII waarin tevens afspraken werden gemaakt over de verdeling van delen van het Bourgondische rijk over Frankrijk en het Habsburgse rijk, nadat deze door de dood van Karel de Stoute, in 1477 nabij Nancy, door de Fransen waren bezet. Hoe dan ook, op 12 juni van het jaar 1493 was Margareta weer thuis in Mechelen.
Inmiddels had ze een huwbare leeftijd bereikt en zoals het in die jaren gebruikelijk was, zeker voor meisjes van adelijken bloede, werd weldra een nieuwe kandidaat voor haar gezocht. Nog in Amboise vervaardigd, zo rond de tijd dat Karel VIII de verloving met Margareta verbrak, dateert een van haar oudste portretten door Jean Hey. Het hangt nu in het Metropolitan Museum of Art in New York.
Dergelijke portretten werden gemaakt om huwelijkskandidaten een indruk te geven van hoe hun toekomstige bruid eruitzag.
De volgende potentiële echtgenoot diende zich al snel aan in de persoon van Don Juan van Aragon Castilië, geboren in 1478. Maximiliaan wist daarmee een dubbele slag binnen te halen want bij het verdrag uit januari 1495 waarin dit huwelijk werd vastgelegd huwde hij ook zijn zoon Filips de Schone (1478-1506) uit aan de jongere zus van Juan, Johanna van Castilië (1479-1565), beter bekend als Johanna de Waanzinnige. Rogier Chorus schreef over haar in een eerdere nieuwsbrief. Begin 1497 vertrok Margareta dus opnieuw uit Mechelen om zich bij haar kersverse echtgenoot in Spanje te voegen. Ze trouwden in april van datzelfde jaar. Het paar kreeg zowaar een dochter die evenwel al kort na haar geboorte stierf. Maar nog voordat het geboren was, stierf Juan zelf op 4 oktober 1497. Daarmee was Margareta op 17-jarige leeftijd weduwe.
Terug naar af. Maar op zo’n jeugdige leeftijd kon Margareta moeilijk haar verdere dagen als weduwe slijten en dus werd er wederom gezocht naar een geschikte partner. Aan het hof te Amboise had ze een zekere Philibert van Savoye (1480-1504) leren kennen. Als hertog stond hij wel lager in rang dan Karel VIII of Don Juan maar niettemin was hij een volle neef van Margareta’s moeder, Maria van Bourgondië. In december 1501 trouwden ze maar amper drie jaar later sloeg het noodlot opnieuw toe toen Philibert op 10 september 1504 het tijdelijke voor het eeuwige verruilde.
Natuurlijk ging men op zoek naar een nieuwe echtgenoot maar het lot beschikte anders. Margareta’s broer Filips de Schone, die inmiddels vijf kinderen had gekregen bij Johanna, stierf op 25 september 1506 in Burgos. Inmiddels was hij wel tot koning van Spanje, of liever van Castilië en Aragon, gekroond. Het koningschap ging over op zijn oudste zoon, de in 1500 geboren Karel, die zich vanaf 1519 keizer Karel VIII mocht noemen. Karel was in 1506 uiteraard veel te jong om de rol van koning op zich te nemen en hetzelfde gold voor de waardigheid van heer van de Nederlanden. Margareta’s vader Maximiliaan besloot daarom zijn dochter als landvoogdes te benoemen en twee jaar later als regentes van de Lage Landen. Zij accepteerde die functie maar sprak wel de wens uit om verder verschoond te blijven van een eventueel nieuw huwelijk. Vanaf dat moment kleedde zij zich, als weduwe, bij voorkeur in het zwart met een witte hoofdkap die sterke gelijkenis vertoont met die van vrouwelijke religieuzen. De portretten die van haar vanaf dat moment gemaakt werden, onder andere door haar hofschilder Barend van Orley (1487/91-1541), zullen haar dan ook steeds in de kledij van weduwe afbeelden.
Margareta besloot om voorlopig haar intrek te nemen in het leegstaande paleis van haar stief-grootmoeder Margareta van York, in afwachting van de voltooiing van haar eigen paleis aan de overkant van de straat die nu de Keizerstraat heet. Als jongvolwassene, ze was inmiddels 27 jaar oud, nam ze bovendien de taak op zich om de kinderen van haar overleden broer bij zich in huis te nemen, met uitzondering van de jongste, Catharina, die op 14 januari 1507, ruim drie maanden na de dood van haar vader, geboren was. Men kon de moeder haar zuigeling moeilijk ontnemen. Voor de andere nog jonge kinderen was dit blijkbaar een minder groot probleem. Op 5 januari 1515, zijn vijftiende verjaardag, werd Karel volwassen verklaard en kon de taken van Margareta overnemen. Een jaar later zou zijn schoonvader in Spanje overlijden en in 1519 werd Karel verkozen tot keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse natie. Deze functies eisten uiteraard zijn volledige aandacht op en bovendien gaf hij er de voorkeur aan om zijn tijd vooral in het zuiden door te brengen. Om op waardige wijze in de Nederlanden vertegenwoordigd te kunnen worden, kon hij geen betere kandidaat als landvoogdes-regentes vinden dan zijn tante, Margareta van Oostenrijk. Die woonde nog steeds in Mechelen. De kinderen van Philips de Schone waren inmiddels allemaal uitgevlogen. Maar in 1526 ontfermde Margareta zich over de drie kinderen van haar nichtje Isabella, de echtgenote van de protestants geworden Deense koning Christiaan II. Zelf was ze inmiddels 46 jaar oud. Vier jaar later, op 1 december 1530, zou zij te overlijden.
Het Hof van Busleyden heeft nu dus eindelijk een portret van Margareta van Oostenrijk in huis.
Het is naar alle waarschijnlijkheid afkomstig uit het atelier van de al eerder genoemde Barend van Orley. Het ovale paneel toont Margareta in een devote houding geknield voor een opengeslagen boek, waarschijnlijk een getijdenboek, dat op een tafel ligt. In de achtergrond is een landschap in Italianiserende stijl te zien. Anders dan de traditionele weduweportretten van Margareta, waarvan er diverse exemplaren bestaan, onder andere in Brussel, is zij op dit ongedateerde schilderij vrij jong afgebeeld, hetgeen niet in strijd is met de feiten. Vanaf 1507, toen ze 27 jaar oud was en tweemaal weduwe, zal zij er immers nog betrekkelijk jong hebben uitgezien.
Verder lezen:
- Dames met klasse. Margareta van York | Margareta van Oostenrijk, redactie Dagmar Eichberger. Leuven: Davidsfonds, 2005.
- Johan De Cock, Margareta van Oostenrijk. Parel van Bourgondië. Mechelen: Uitgeverij Elena, 2021.
Wim Hüsken
Terugblik op Open Monumentendag
We mogen terugblikken op een succesvolle Open Monumentendag. Het was een bijzondere editie voor het museum, vermits ook de feestelijke opening van erfgoeddepot plaatsvond. Zo'n 3200 mensen brachten een bezoek aan Museum Hof van Busleyden en Depot Rato!
Nieuws van het museum
Er valt dit najaar iets nieuw te ontdekken in de museumzalen! We stellen met trots het nieuw aangekochte portret van Margareta van Oostenrijk ten toon, maar dat is niet de enige verandering. Op 16 september werd Bezwering van Johanna van Castilië van Willem Geets, een langdurig bruikleen uit het KMSKA dat deel uitmaakt van de vaste opstelling, zorgvuldig ingepakt voor een tripje naar Parijs. Het schilderij zal daar vijf maanden lang te zien zijn in Figures du Fou. Du Moyen Âge aux Romantiques, een tentoonstelling in het Louvre die de figuur van ‘de gek’ in de westerse kunst en cultuur van de middeleeuwen tot de romantiek onderzoekt.
Het museum zal de vrijgekomen ruimte gebruiken om een ander werk van Geets in de schijnwerpers te plaatsen. Op Poppenspel aan het Hof van Margareta van Oostenrijk, het schilderij dat normaal naast Bezwering van Johanna van Castilië hangt, zien we Margareta van Oostenrijk met haar neefjes en nichtjes op een bank zitten, terwijl ze kijken naar een poppenspeler.
We halen de voorstudie die Geets in ca. 1890 voor dit schilderij maakte uit het depot en hangen dit naast het schilderij. Zo krijg je een unieke inkijk in hoe dit werk tot stand kwam. Bezoekers worden ook uitgenodigd om de afgebeelde scène na te spelen. Naast het kunstwerk staat een poppenkast met de poppen die ook op het schilderij te zien zijn. Ontdek de poppenspeler in jezelf!
Nog meer vriendennieuws lezen? Duik het archief in: